Sociaal ondernemen? TU doet het

Technische Unie klom in 2020 een trede hoger op de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO). De stichting PSO beoordeelt in hoeverre bedrijven ‘inclusief ondernemen’, oftewel werkgelegenheid bieden aan kwetsbare mensen op de arbeidsmarkt. TU doet dit steeds meer!

In 2018 kregen we onze eerste beoordeling van de Prestatieladder Socialer Ondernemen. Omdat Technische Unie al relatief veel mensen in dienst had met een afstand tot de arbeidsmarkt, schopten we het direct tot de eerste trede. Vorig jaar deden we het nog beter en bereikten we trede 2.

Waarom willen we dit?

“Wij vinden het belangrijk dat iedereen bij Technische Unie werkzaam kan zijn”, vertelt HR-adviseur Dorine van Bockel, die zich er hard voor heeft gemaakt om het keurmerk te krijgen. “Wij beoordelen mensen niet op basis van afkomst, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd of beperkingen. Wij kijken naar talenten en benutten verschillen. Want met een divers team kom je tot nieuwe inzichten en kunnen we meer mogelijk maken. Het PSO keurmerk waarborgt deze missie.”

Waar kijkt PSO naar?

  • PSO kijkt bijvoorbeeld naar:
  • Hoeveel mensen met afstand tot de arbeidsmarkt je als bedrijf in dienst hebt én of zij werk doen dat past bij hun kwaliteiten;
  • Hoe zij worden gecoacht en begeleid;
  • Hoe het bedrijf dit administratief vastlegt;
  • En of een bedrijf bewust met leveranciers werkt die ook inclusief ondernemen.

Wat betekenen de treden?

Bij het toekennen van de treden worden bedrijven met elkaar vergeleken die ongeveer even groot zijn. Trede 1 betekent dat een organisatie ‘bovengemiddeld presteert in het bieden van werkgelegenheid aan de PSO-doelgroep’. Trede 2 betekent dat een organisatie ‘ruim bovengemiddeld presteert in het bieden van werkgelegenheid aan de PSO-doelgroep’. Technische Unie doet het met trede 2 dus heel goed in vergelijking met andere grote bedrijven.

Meer dan een keurmerk

Technische Unie wil een inclusief bedrijf zijn, waar de talenten en kwaliteiten van mensen doorslaggevend zijn en niet hun beperking. Een keurmerk is de erkenning van onze inspanningen op dat vlak, maar niet het hoogste doel. Want wat is er mooier dan als je met elkaar tot een win-winsituatie kunt komen? Dit gebeurde met Joost Bastiaan, SC-medewerker in Zwolle. Zijn verhaal lees je hieronder.

“Ik heb hier rust in mijn hoofd”

Joost vertelt, samen met SC Manager Eelco Bruggeman, over zijn ervaringen

In februari 2020 kreeg Joost Bastiaan een contract bij Technische Unie. Een mooie gebeurtenis voor Joost én voor TU. Joost heeft een plek gevonden waar hij met zijn verstandelijke beperking van toegevoegde waarde is. TU heeft er een fijne collega bij, die ook populair is bij de klanten van SC Zwolle. Joost vertelt, samen met SC Manager Eelco Bruggeman, over zijn ervaringen.

Wat doe je voor werk in SC Zwolle? Joost: “Ik doe puur het inruimen van A-goed in het SC, zoals elektra, verlichting en sanitair, alles wat in de groene bakken zit. Dat zijn spullen die de vorige dag zijn verkocht, die vul ik dan weer aan. Dinsdag tot en met vrijdag van negen tot twee.”

Ga je met plezier naar je werk? Joost: “Ja, ik kan gewoon mijn dingen doen, op mijn manier, op mijn eigen tempo. Soms wil ik te veel, dan word ik aangesproken van: Joost, niet te druk maken. Ik heb structuur nodig, maar ik kan ook dingen zelf ondernemen. Het gaat steeds beter, de taken gaan steeds makkelijker en ik ben steeds sneller klaar. Dan ga ik ordenen, schoonmaken, dweilen, spiegelen, papier opruimen. Daar ben ik dan vrij in.”

Wat vind je zelf het leukst om te doen? Joost: “Ouwehoeren met collega’s.” Eelco: “Ook ja, maar ik denk ook dat je het fijn vindt dat je je dagelijkse dingen kan doen en ook het klantencontact. Mensen kennen je nu en stellen je ook vragen. Joost is ook altijd in voor een geintje.” Joost: “Ik hou van vastigheid en structuur, en ook het sociale.”

Hoe ben je bij Technische Unie terecht gekomen? Joost: “Via een Jobcoach, want ik wilde werken voor mijn geld. Hiervoor heb ik altijd horeca gedaan, onder andere bij La Place en ook in de keuken van verzorgingshuizen. Dit is wel heel anders, hier heb ik veel meer structuur. In de horeca is het dikke chaos en stress. Hier soms ook, maar daar lijd ik niet onder. Ik kan me daarvoor afsluiten. Ik heb hier veel meer rust in mijn hoofd.”

Joost vult de materialen weer aan, op z'n eigen tempo

Vond je het spannend om bij Technische Unie te beginnen? Joost: “In het begin moest ik wel even wennen. Hoe ik dit zou gaan doen. Maar ik had goede begeleiding en mensen om mij heen. In het begin ook de jobcoach, maar die heb ik nu niet meer. Ik kan altijd bij Eelco terecht.”

Wie is je favoriete collega? Joost: “Harold is mijn maatje. Maar ik kan met iedereen goed overweg. Soms zit ik niet lekker in mijn vel, dat zien ze ook aan me. En dan vragen ze ‘is er wat, is er iets gebeurd op je groep’ – ik woon op een begeleid wonen-groep – en dan praat ik erover. Dan weten ze wat er speelt en kunnen ze me ondersteunen.” Eelco: “Wij kennen Joost en we merken het aan hem als er iets is. Dan praten we en kan hij lekker weer aan het werk. Hij kan alles met ons bespreken.”

Wat vond je ervan dat je een contract kreeg? Joost: “Ik zit nu op mijn laatste jaarcontract. En dat is knap voor mijn doen, dat heb ik zelf gepresteerd. Dat de klanten ook tevreden over mij zijn en dat ik mijn werk goed doe.”

Wil je tot slot nog iets zeggen? Joost: “Ik hoop dat ik hier nog een poosje mag blijven werken, dat is voor mij wel mijn toekomst. Maar dat ligt ook echt aan mezelf. Mijn jobcoach heeft me hier toen aangeraden omdat ik hard werk en perfectionistisch ben.” Eelco: “En daarom is de winkel elke dag netjes! Daar krijgen we heel veel complimenten over.”